Vanmorgen langs de orgelman gelopen en een paar dubbeldeuppies in zijn koffer gegooid.
Ik voel mij een Europeaan boven alles. Of misschien nog wel liever een Wereldburger. Maar toch ook Nederlander. Net als Martin van Winden ben ik niet tegen een Europese Unie, maar heb ik wel altijd mijn bedenkingen gehad bij het invoeren van een Europees betaalmiddel. En ook tegen een Europese grondwet! Ten tijde van het referendum over de Europese grondwet volgde ik colleges internationaal (straf)recht en heb ik verschillende gastsprekers haarfijn horen uitleggen waarom het gewoonweg juridisch onmogelijk is. Daarover zal ik later nog eens wat schrijven. Nu eerst een hot topic: de euro.
Op 6 december 2001 schreef de gemeente Rijswijk in haar wekelijkse gemeenteberichten het volgende over de Euro: “Het is nog even wennen, maar het is de bedoeling dat de euro net als de gulden bijnamen krijgt. De bijnamen voor de verschillende guldenmunten en -biljetten, zoals joetje, geeltje, meier, rug en knaak klinken bekend en zijn daardoor niet raar. Dit is niet het geval bij de winnende bijnamen uit de bijnamenwedstrijd die door ministerie van financiën is georganiseerd. Om niet met een mond vol tanden te komen staan bij uw plaatselijke kruidenier als er gevraagd wordt om een kleb, of een halfom voor een broodje halfom, volgen hieronder de winnende bijnamen:
1 eurocent Fluitje
2 eurocent Duocent
5 eurocent Handje
10 eurocent Deuppie
20 eurocent Dubbelduppie
50 eurocent Halfom
1 euro Gouwering
2 euro Daalder
5 euro Kleb (Kleinste euro biljet)
10 euro Eurojoet
20 euro Blauwtje
50 euro Brammetje
100 euro Hulk
200 euro Dubbeldekker
500 euro Eurotop”
Juist, klinkt u geheel niet bekend in de oren, toch?